In de Koegang, het dorpsblad van Koekange, schrijf ik sinds maart 2005 de column "Stukje Natuur". Elke column behandelt één onderwerp uit de natuur, welke in de omgeving van dit dorp te vinden is.
Met een groepje wandelvrienden hebben we afgesproken om af en toe een etappe van een vierdaagse te lopen. Daarvoor is het handig dat ik wat ga trainen.
Op Twitter volg ik een groot aantal personen, meestal omdat ik hen op een of andere manier interessant vind. Logischerwijs zijn dat vaak personen die een connectie hebben met natuur en/of wetenschap.
De komende periode heb ik besloten om het Stukje Natuur af te wisselen met enkele interessante passages uit mijn boek “Mijn vogels, belevenissen van een vogelaar”.
Vlak bij mijn laatste werkplek in Zwolle ligt het themapark Dinoland, waarin zowel binnen als buiten de nodige dinosauriërs staan. Geen echte natuurlijk. Sinds 2016 kunnen vooral kinderen zich hier uitstekend vermaken, mede gezien de populariteit van deze uitgestorven giganten.
Het hoofdvak van mijn biologiestudie in Wageningen was entomologie, ofwel de leer der insecten. Tijdens colleges en practicums werden allerlei aspecten over insecten behandeld, waarbij meerdere bijzondere exemplaren voorbijkwamen.
Wie heeft ze tijdens zijn of haar jeugd niet gehad? Wandelende takken in een oud aquarium of in een of andere glazen pot. Zelf heb ik ze nog na mijn jeugd gehouden, ik liep toen al tegen de veertig jaar.
Een van mijn mooiste reizen ooit was een vogelreis naar Kenia in 1990. Deze reis was door een Engelse reisorganisatie georganiseerd, een specialist in vogelreizen naar alle delen van de wereld.
Laatst ging ik met een vrijwillige boswachter van Natuurmonumenten een ochtend mee op het Dwingelderveld. Sinds kort ben ik met vervroegd pensioen en het leek mij een leuke dagbesteding om in dat gebied op deze manier actief te zijn.